Een buurman met een moordend lichaam en een voorliefde voor kattenkwaad lokt een goed bedeelde huiseigenaar in haar hol en belooft een wilde rit. De scène ontvouwt zich met haar pronken met haar ruime rondingen, onweerstaanbaar voor de oerinstincten van de man. Hij geeft zich gretig over aan haar weelderige offers, zijn kloppende lid die een thuis vindt tussen haar aankomende welpen. De daaropvolgende actie is een bewijs van hun gedeelde vleselijke eetlust, hun lichamen verstrengeld in een gepassioneerde dans. De onverbiddelijke stoten van de man culmineren in een hete lading, een passende beloning voor de onverzadigbare ontmoetingsverplichtingen. Deze beide deelnemers vervullen hun verlangen, verzadigd door de rauwe passie van hun onverzadigde verlangens.